Le Petit Echo de la Mode
Een eeuw mode- en vrouwengeschiedenis in een notendop
Dit artikel is gepubliceerd in Magazine En Route (najaar 2015)
Met Le Petit Echo de la Mode bezat Frankrijk een gezaghebbend modetijdschrift dat zich meer dan een eeuw wist te handhaven tot het in 1983 moest stoppen door te lage verkoopcijfers. De verschenen edities zijn nu gewilde verzamelobjecten en geven bovendien een uitstekend beeld van de sociaal-maatschappelijke veranderingen in de positie van de vrouw.
Le Petit Echo de la Mode wordt in 1880 opgericht. De nummers verschijnen wekelijks en rond 1900 is er al een oplage van 300.000 exemplaren bereikt. Een halve eeuw later is dat aantal zelfs gestegen naar anderhalf miljoen exemplaren. Het magazine besteedt niet alleen aandacht aan mode voor vrouwen. Het hele gezin komt aan bod, al wordt de vrouw als lezeres duidelijk aangesproken. Niet gek, want decennia lang is zij de centrale figuur in het huiselijke domein. Naast mode is er aandacht voor la cuisine met heerlijke recepten, le ménage met aandacht voor de nieuwste huishoudelijke apparatuur en la lecture met recensies van boeken.
De covers van het tijdschrift door de jaren heen geven niet alleen een fraai beeld van de veranderingen op modegebied, maar illustreren ook de positie van vrouwen tussen 1880 en 1983.
Rose Bertin maakt Parijs hoofdstad van de mode
Zoals de BBC serie The Story of Women and Art in 2014 terecht benadrukte, was het Rose Bertin (1747-1813) die ervoor zorgde dat Parijs de internationale hoofdstad van de mode werd. Al is zij inmiddels in de vergetelheid geraakt, tijdens het ancien régime wist deze Franse dame zich op te werken van een meisje uit de marchande de modes tot een internationaal beroemde modeontwerpster in Parijs. Helaas maakt de Franse Revolutie een eind aan haar carrière.
In de 19e eeuw heeft de ideale vrouw geen beroep. Als toegewijde echtgenote en moeder is zij de koningin van het privédomein en beantwoordt zij volledig aan de vier pijlers van The Cult of True Womanhood, de vier kardinale deugden voor vrouwen: vroomheid, kuishuid, huiselijkheid en onderdanigheid. Van alle vrijheden die vrouwen in het ancien régime genoten, is niets meer over. Deze trend heerst tussen 1820 en 1860 en wordt bekrachtigd in tijdschriften, kranten en boeken.
Van ancien régime naar fin de siècle
Het modebeeld illustreert de sociaal-maatschappelijke verandering in de positie van de vrouw goed. Na de buitensporige creaties uit het ancien régime (afb. 1) en de losse, neoklassieke gewaden uit de empiretijd (afb. 2) zien we tussen 1820 en 1860 de ingesnoerde en steeds kuisere mode. Men streeft ernaar de torso zo klein mogelijk te houden. Om de taille smaller te laten lijken, worden de rokken steeds volumineuzer, met als hoogtepunt de komst van de crinoline (afb. 3). De talloze onderrokken maken het bewegen haast onmogelijk, maar ledigheid van vrouwen toont de sociaal hoge status van haar echtgenoot. De draagster van deze kleding kan niet anders dan er een stoet bedienden op nahouden om haar te helpen. De enige bezigheid die een vrouw van goeden huize mag hebben, is het moederschap. Het is zeker geen toeval dat de crinoline juist nu mode wordt. De extra brede heupen verwijzen indirect naar de vruchtbaarheidsfunctie van vrouwen.
De crinoline blijft ongeveer vijftien jaar in de mode en verandert regelmatig van vorm, maar altijd is de rok aan alle kanten even wijd, de taille slank en het lijfje nauwsluitend. Vanaf 1865 verandert het model van de rok ingrijpend. De stof wordt naar achteren, in draperieën, gedragen zodat de rok aan de voorkant min of meer recht valt. Deze wijze van stof draperen wordt aangeduid met het begrip tournure en is goed zichtbaar op het schilderij La Parisienne (afb. 4) van Auguste Renoir uit 1874.
Tijdens de eerste jaren waarin Le Petit Echo de la Mode verschijnt, is de tournure (in de volksmond queue de Paris) volop aanwezig in het modebeeld (afb. 5A en afb. 5B). Zoals de covers van het tijdschrift aantonen, worden de tailles steeds strakker en verdwijnt de tournure tegen het einde van de 19e eeuw. De rokken vallen nu in een vrij sluike kloklijn over de heupen. De borst wordt naar voren gedrukt en moet vol zijn. Als je op dit gebied weinig te bieden hebt, kan worden volstaan met veel afhangende kanten ruches om toch een vol effect te bereiken. De schouders worden breder door de grote pofmouwen, die soms met kussentjes gevuld worden. Dit heeft als gevolg dat de ingesnoerde taille nóg smaller lijkt. Rond 1895 zijn de tailles het dunst, met een omvang van amper 50 cm. Sommige vrouwen laten zelfs hun onderste ribben operatief verwijderen. Uiteraard komt dit de gezondheid niet ten goede en zijn er steeds meer stemmen te horen die andere kleding eisen.
Reformkleding wordt haute couture
Tijdens de bloeitijd van de art nouveau zien we de kenmerkende zweepslaglijn doorgevoerd worden in het modebeeld. De taille is vrij smal, waardoor het korset verplicht blijft. Toch wordt er ook praktische kleding gecreëerd. Er komen losse rokken, bloezen en jasjes die gemakkelijk te dragen zijn bij het wandelen, tennissen en fietsen. Deze verandering gaat gelijk op met de suffragettebeweging (eerste feministische golf). Vrouwen uit de gegoede klassen roepen op tot stemrecht (suffrage), onderwijs en gelijke lonen. Ook propageren zij een gezond en esthetisch ontwikkeld lichaam. Hieruit ontstaat de zogenaamde reformkleding die een fel protest is tegen de wespentaille.
In de jaren voor de Eerste Wereldoorlog verdwijnt het korset uit het modebeeld. Het is vooral Paul Poiret (1879-1944) die ontwerpen maakt waarbij het korset overbodig is, hoewel gezondheidsredenen voor hem nauwelijks een rol spelen. Zijn kleding geeft vrouwen veel bewegingsvrijheid (afb. 6). Voor Poiret is kleding een vorm van kunst. Zijn jurken zijn sensationeel vergeleken met de gangbare, ingesnoerde mode. Poiret laat zich vooral inspireren door de Ballets Russes en de sprookjes van duizend-en-één nacht. Hij voert de harembroek in, inspireert mantels en jasjes op de kimono en zet dames een tulband op. In zijn vormgeving loopt hij vooruit op de roaring twenties.
De grote rivaal van Paul Poiret en in alles zijn tegenpool is zonder twijfel Coco Chanel (1883-1971). Zij ontwerpt vooral eenvoudige en draagbare kleding, zó tijdloos dat je haar creaties nog steeds kunt dragen. Chanel laat zich niet inspireren door het verleden of exotisme, maar door herenkleding. Ook gebruikt zij nieuwe stoffen zoals jersey. Dit maakt haar hét icoon van de bevrijde vrouw die streeft naar gelijkwaardigheid. In 1917 knipt zij als een van de eerste vrouwen haar haren kort. Het wordt al snel een rage en luidt het tijdperk van les garçonnes (flappergirls) in.
De Eerste Wereldoorlog mag dan de strijd van de suffragettes hebben stopgezet, tijdens de oorlog hebben vrouwen laten zien dat ze hun mannetje staan, en na de oorlog zijn ze geenszins van plan terug te keren naar het privédomein. The New Woman is volop aanwezig in de maatschappij, in tegenstelling tot The True Woman in de 19e eeuw. Tijdens de roaring twenties introduceert Chanel de korte rok die net onder de knie komt, ontwerpt sieraden van goedkope materialen en lanceert een parfum van synthetische geurstoffen. Le Petit Echo de la Mode volgt deze vernieuwingen op de voet en laat zich door Chanel inspireren. (afb. 7 en 8)
In de jaren dertig worden de rokken weer langer. Brede schouders en smalle heupen worden het schoonheidsideaal. De japonnen zijn recht en slank zoals de kleding van Hollywood filmsterren (afb. 9). Het haar wordt glad gekapt, want een klein hoofd versterkt de indruk van lengte. Ook komen synthetische stoffen op, zoals kunstzijden kousen.
Parijs houdt de leidende rol als modestad
Door het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog treedt overal schaarste op. Kleding gaat op de bon en mode is zinloos geworden. Van hoog tot laag moeten vrouwen hun oude kleren dragen of van uitgehaalde wol nieuwe stukken breien. Le Petit Echo de la Mode uit november 1940 toont een lachende moeder die haar dochter leert breien (afb. 10). Kousen zijn schaars en veel vrouwen lopen met blote benen. Sommigen verven zelfs hun benen bruin en tekenen er een achternaad bij om het effect van kousen te bereiken. Anderen dragen een lange broek, een mannenkledingstuk dat vrouwen eigenlijk niet behoren te dragen. De kleding in de oorlogsjaren is sober, eenvoudig en vooral praktisch. De haute couture heeft het zwaar. De Duitsers willen van Berlijn of Wenen de internationale hoofdstad van de mode maken, maar dat lukt hen niet. Parijs blijft overeind staan, zij het moeizaam.
Na de oorlog wordt Europa geholpen bij de wederopbouw door Amerika, via het Marshallplan. De Verenigde Staten worden toonaangevend op veel vlakken, maar niet op het gebied van de mode. Door de oorlog heeft de Amerikaanse mode-industrie zich weliswaar kunnen ontwikkelen, maar zij richt zich niet zozeer op haute couture. Zij houdt zich vooral bezig met casual wear en confectiekleding. Het is Christian Dior die Parijs in 1947 weer de leidende rol in de modewereld geeft. Als reactie op de oorlogsmode ontwerpt hij een zeer vrouwelijke ligne corolle met een ingesnoerde taille, immens wijde rokken, gladde lijfjes, hooggehakte schoenen en een kleine hoed. De New Look van Dior is een grote sensatie, vrouwen kunnen weer vrouw zijn. Zelfs het korset komt heel eventjes terug. Ook Le Petit Echo de la Mode is in de ban van Dior (afb. 11). Toch is het niet de mode die alle vrouwen wensen.
Chanel gruwt van de New Look. De Eerste Wereldoorlog had de vrouwenemancipatie gestimuleerd waardoor The New Woman tijdens de roaring twenties geboren kon worden. Het symbool van vrijheid werd de korte rok. Met zijn New Look lijkt Dior terug te willen naar de rustige tijden van The True Woman toen vrouwen thuis bleven. De sociaal-maatschappelijke druk op de vrouw als ideale moeder en perfecte echtgenote lijkt deze mode te onderstrepen.
Echter, niet alle vrouwen kunnen en willen hun pas verworven vrijheden opgeven. Door het gebrek aan mannen zijn veel vrouwen gedwongen om te werken. In het midden van de jaren vijftig maakt Chanel een enorme comeback met haar comfortabele mantelpakjes (afb. 12) van mannelijk tweed, die stevig omarmd worden door de werkende vrouwen en een voorbode vormen voor het feminisme van de daaropvolgende jaren.
Het einde van Le Petit Echo de la Mode
De sociale druk van de jaren vijftig, maar ook de uitvinding van de pil, leiden onherroepelijk tot de emancipatiebewegingen van de jaren zestig en zeventig (tweede feministische golf). De mode gaat weer radicaal om. Naast de introductie van de ultrakorte rok in 1962 zorgt Yves Saint Laurent een paar jaar later dat vrouwen eindelijk broeken kunnen dragen. Door de hippiebeweging van de jaren zeventig worden stoffen met hele wilde patronen, gebaseerd op Popart en psychedelische Opart, erg gewild. Ook ‘mode van de straat’ krijgt steeds meer invloed, met als sterkste voorbeeld de spijkerbroek en het T-shirt.
In de jaren tachtig krijgt de punkbeweging invloed op de mode, scheuren in jeans en het dragen van ondergoed als bovenkleding sijpelen in mildere vorm door naar het bredere publiek. De tijd dat er slechts één soort kleding in de mode was, is voorgoed voorbij. Daar komt nog bij dat vrouwen de corporate ladder gaan beklimmen en power-dressing nodig hebben. De eerste fase van de tweeverdieners dient zich aan en de yup komt op. Het moge duidelijk zijn dat vanaf de jaren tachtig het bestaansrecht van Le Petit Echo de la Mode verdwijnt.
© 2015 Karin Haanappel
Dit artikel is verschenen in het Magazine En Route nummer 145, najaar 2015